De uitvoerlocatie selecteren
U kunt een uitvoerlocatie (bak) selecteren met behulp van de
softwaretoepassing of de printerdriver. (De selecties die u maakt en
de plaats waar u deze maakt zijn afhankelijk van het gebruikte
programma of van de driver.) Als u geen uitvoerlocatie kunt
selecteren vanuit het programma of de driver, selecteert u de
uitvoerlocatie op het bedieningspaneel van de printer.
Een uitvoerlocatie selecteren vanaf het
bedieningspaneel
Kies de volgende opties op de touch-screen van het uitleesvenster:
1
Kies
MENU
.
2
Kies
APPARAAT CONFIGUREREN
.
3
Kies
AFDRUKKEN
.
4
Kies
PAPIERBESTEMMING
.
5
Blader naar de gewenste uitvoerbak of het gewenste apparaat en
kies
OK
. De netwerkbeheerder kan de naam van het apparaat
hebben gewijzigd. Naast uw selectie verschijnt een sterretje (*).
Kies de volgende opties op de touch-screen:
1
Gebruik
of
om
naar
APPARAAT CONFIGUREREN
te gaan en
druk op
.
2
Gebruik
of
om
naar
AFDRUKKEN
te gaan en druk op
.
3
Gebruik
of
om
naar
PAPIERBESTEMMING
te gaan en druk
op .
4
Gebruik
of
om naar de uitvoerbak of naar het gewenste
apparaat te bladeren en druk op
. De netwerkbeheerder kan
de naam van het apparaat hebben gewijzigd. Naast uw selectie
verschijnt een sterretje (*).
NLWW
Overzicht 35
3